Aan het begin van dit jaar kreeg ik van een echtpaar de vraag voorgelegd of er bij God ruimte was om het leven te beindigen wanneer het allemaal te zwaar werd. We hebben daar toen in alle openheid en eerlijkheid over van gedachten gewisseld. Wat mij bijgebleven is dat bij deze mensen de vraag wel leefde, maar er tegelijk ook de overtuiging was dat het niet kon.
Een paar maanden geleden kreeg ik een mail van hen waarin de vraag nu wat explicieter werd geformuleerd en waaruit bleek dat de worsteling over deze problematiek zo nu en dan heftig aanwezig was.
Voor elkaar zorgen tot de dood hen scheidt
In de gesprekken die we n.a.v. de mail met elkaar hebben blijkt dat deze vraag vooral wordt aangewakkerd door de machteloosheid van hen. Dat heeft te maken met de ene partner die door alzheimer achteruitgaat, terwijl de ander steeds meer lichamelijke klachten krijgt.
Het echtpaar is ruim 60 jaar samen en willen graag vasthouden aan de belofte om voor elkaar te zorgen tot de dood hen scheidt. Tegelijkertijd zien ze dat het menselijk gezien, ondanks alle praktische hulp die geboden wordt, bijna niet te volbrengen is.
Vragen over dagopvang en opname in een verpleeghuis komen langs, met daar doorheen de worsteling: maar we hebben elkaar beloofd dat we voor elkaar zullen blijven zorgen. Deze diepe verbondenheid en toewijding aan elkaar raakt me iedere keer weer.
In onze gesprekken spreken we over zingeving, geloof, troost en hulp die o.a. vanuit de Bijbel wordt geboden. Daarin lezen en (h)erkennen we de onmacht, de pijn en de hulpeloosheid van ons als mensen. We lezen en spreken ook over uitzicht na dit leven. We staan stil bij het verdriet van afscheid nemen en rouw. Samen zoeken we naar antwoorden hoe we in dit leven mogen staan en waar onze verantwoordelijkheid ligt en stopt. Daarnaast halen we herinneringen en gebeurtenissen op waarin vreugde te vinden is die weer moed en hoop geven.
Midden in onze gesprekken worden we geconfronteerd met de politieke discussie over voltooid leven. Het raakt me omdat deze discussie de kern raakt van de wanhoop waar dit echtpaar zo nu en dan in terecht komt.
De politieke discussie gaat over: of iemand zijn of haar leven als voltooid ervaart, een beroep mag doen op de overheid en naasten om hulp bij zelfdoding te krijgen. Deze vraag is uiterst ingewikkeld. Ze gaat niet alleen over individuen, maar raakt de samenleving als geheel.
Ruimte voor existentiele vragen rondom het leven
Als geestelijk verzorger heb je hiermee te maken. Je trekt immers op met mensen die ook de krant en het nieuws volgen. Je merkt dat publieke opinie het denken van mensen beinvloedt en onrust geeft, zoals bij een andere mevrouw van 92 jaar. Zij was tijdelijk in een verpleeghuis opgenomen. Samen met haar kinderen werd er gesproken over een overplaatsing omdat ze daar qua zorg niet paste. In dit gesprek gaf de zorginstelling aan dat ze ook niet wisten waar mevrouw wel terecht kon. De verzuchting van deze mevrouw was: “zie je wel, er is voor mensen van mijn leeftijd geen plekje meer.”
Kan het ook zo zijn dat we door onze (over-)georganiseerde zorgmodellen en onze geindividualiseerde samenleving de wanhoop in de mensen aanwakkeren zodat zij daardoor het leven als voltooid zien?
In mijn beleving mogen we dankbaar zijn voor de vele mogelijkheden van lichamelijke pijnbestrijding. Tegelijk merk ik dat we daardoor voorbij kunnen gaan aan de pijn die het leven raakt waarbij de existentiele vragen rondom het leven geen ruimte meer krijgen.
Onze ouderen verdienen de beste zorg en ondersteuning
Een mooi bericht bij de gehele discussie over voltooid leven is dat de Tweede Kamer op dinsdag 25 oktober 2016 een motie van de CU en het CDA heeft aangenomen waarin wordt vastgelegd dat geestelijke verzorging vanaf nu overal een plek krijgt in verpleeghuizen.
Persoonlijk zou ik een pleidooi willen houden om dit uit te breiden naar de thuiszorgsituaties.
Onze ouderen verdienen de beste zorg en ondersteuning. Daarbij hoort dan ook de geestelijke zorg. Juist als je ouder wordt, kunnen existentiele vragen een rol gaan spelen.
Geestelijke verzorging hoort daarom ook een essentieel onderdeel te worden in de thuiszorg. Juist voor die grote groep (oudere) mensen die om welke reden dan ook geen band meer heeft met een kerk maar wel in hun binnenste de worsteling kennen met levens- en zingevingsvragen. Dit kan en mag je m.i. niet op het bordje schuiven van de thuiszorgmedewerkers.
Er ligt volgens mij een wederzijdse uitdaging voor thuiszorgorganisaties en bijv. freelance geestelijke verzorgers om gezamenlijk de beste zorg en ondersteuning te geven.
Doorpraten? Hulp en/of advies nodig? Neem vrijblijvend contact op.
Jan H.Hofman, freelance geestelijke verzorger.
06 15486501